Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
familiekwaal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
familiekwaal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
familiekwaal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
familiekwaal is hier. De definitie van het woord
familiekwaal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
familiekwaal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de familiekwaal v / m
- (erfelijke) ziekte die bij veel leden van een familie voorkomt
- ▸ Hij kwam tot 193 officiële wedstrijden voor de Arnhemmers, maar verraste de buitenwereld in juni met het bericht dat hij met onmiddellijke ingang stopte als voetballer. Dertig jaar pas, maar zijn knieën wilden niet meer. Een familiekwaal: zijn ooms Bennie en Henk hadden hetzelfde euvel. Net als Nicky speelden beiden in het eerste van Vitesse. Voor Hofs, een straatschoffie uit de Arnhemse wijk Klarendal, is geel en zwart van jongs af aan vanzelfsprekend.[2]
- ▸ Dat het een familiekwaal is, gaat senior te ver. "Het klopt dat we allemaal last van onze rug hebben. Ik heb dat ook. Alleen is het bij ons allemaal iets anders. Bij Matje komt het door valpartijen; hij heeft een zwelling. Bij David is het een ontsteking. En het blijkt dat ik een vergroeiing in mijn rug heb."[3]
- (figuurlijk) eigenaardigheid die bij veel leden van een familie voorkomt
- ▸ Je zou het een familiekwaal kunnen noemen: focussen op één ding en daarin de absolute top willen halen. Met keihard werken.[4]