fazantspoorkoekoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fazantspoorkoekoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fazantspoorkoekoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fazantspoorkoekoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fazantspoorkoekoek is hier. De definitie van het woord fazantspoorkoekoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfazantspoorkoekoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • (IPA in voorbereiding)
  • fa·zant·spoor·koe·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord fazantspoorkoekoek fazantspoorkoekoeken
verkleinwoord fazantspoorkoekoekje fazantspoorkoekoekjes

de fazantspoorkoekoekm

  1. (koekoeksvogels) Centropus phasianinus op Wikispecies een koekoek die net als de andere spoorkoekoeken geen broedparasiet is, maar zelf een nest bouwt en de eigen eieren uitbroedt. Deze soort komt voor in Australië en Nieuw-Guinea