feestband

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord feestband. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord feestband, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je feestband in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord feestband is hier. De definitie van het woord feestband zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfeestband, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
feestband
  • feest·band
enkelvoud meervoud
naamwoord feestband feestbands
verkleinwoord feestbandje feestbandjes

de feestbandm

  1. een muziekgroep die vrolijke, feestelijke muziek maakt op feesten en partijen
    • Blij werden we ook van de vele mensen die deelnamen aan de pubquiz. De hele kroeg zat vol! En dat op woensdagavond. Tenslotte werden we blij van de band de Moeflons. Een echte feestband die de kroeg op zijn kop zette. [1] 
    • De Limburgse feestband Rowwen Hèze sluit op zaterdag 20 augustus het culturele muziekfestival Culinesse in Rotterdam-Nesselande af. Dat heeft de organisatie dinsdag bekend gemaakt. [2] 
    • Prinses Sandra komt uit Doetinchem, ze is getrouwd met Fons en heeft drie kinderen (Carmen, Susan en Hilde). Ze werkt in de ouderenzorg bij De Burgstede in Lemerlerveld en is in Haarle onder meer actief lid van de tennisclub en feestband . Behalve de nieuwe prinses werden ook jeugdprinses Paris en adjudant Wesley gehuldigd. [3] 
95 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia 21-12-16 Glazen café 2016 Vroomshoop: een blije shift
  2. Tubantia Gert Onnink 10-01-17 Feestband Rowwen Hèze sluit Culinesse 2016 af
  3. Tubantia Han Haveman 22-01-17 Prinses voor Sükkewottels
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be