feestgeluid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord feestgeluid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord feestgeluid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je feestgeluid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord feestgeluid is hier. De definitie van het woord feestgeluid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfeestgeluid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • feest·ge·luid
enkelvoud meervoud
naamwoord feestgeluid feestgeluiden
verkleinwoord

het feestgeluido

  1. het lawaai dat men tijdens een feest maakt
     Burgemeester Knip besloot donderdag dat er na 15.00 uur in de stad geen sprake meer mocht zijn van feestgeluid. „Dat past niet bij wat er vandaag in Apeldoorn is gebeurd”, lichtte hij toe.[2]
     Yelle is aan de telefoon bijna niet te verstaan door al het feestgeluid op de achtergrond: hij is aanwezig bij de huldiging van de club in Sittard.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Burgemeester vindt feestgedruis niet passen” (01-05-2009), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Van bijna failliet naar tranen van geluk, Fortuna viert promotie” (30-04-2018), NOS