feestgevoel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord feestgevoel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord feestgevoel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je feestgevoel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord feestgevoel is hier. De definitie van het woord feestgevoel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfeestgevoel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • feest·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord feestgevoel
verkleinwoord

het feestgevoelo

  1. de vrolijke, opgewekte stemming die heerst tijdens een bijeenkomst naar aanleiding van een heugelijke gebeurtenis
     Volgens de 59-jarige Joling is de kracht inderdaad het feestgevoel. "Het is een soort Koningsdag. Mensen kunnen zich verkleden, weten al een paar weken van tevoren wat ze gaan aandoen. Ze komen met bussen uit het hele land: Limburg, Groningen, Friesland. Wij denken ook weleens: hoe is dat mogelijk na al die jaren?"[1]
     "Vorig jaar stond ik een leuk feestje te vieren om die trui, dat zou ik nu natuurlijk ook moeten doen. Ik baal er wel een beetje van dat ik het feestgevoel niet heb."[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “'Bij de Toppers staat de minister-president naast een bakker'” (Vrijdag 31 mei 2019, 16:40), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Van Vleuten zoekt thuis op de bank naar een lichtpuntje” (Woensdag 3 oktober 2018, 06:15), NOS