de fitten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord fit fitten meervoud verleden tijd van fitten Wij fitten. Jullie fitten. Zij fitten. Het woord...
Geluid: fitte (hulp, bestand) fit·te fitte verbogen vorm van de stellende trap van fit fitte enkelvoud verleden tijd van fitten Ik fitte. Jij fitte. Hij...
fitting, gefit fit enkelvoud tegenwoordige tijd van fitten gebiedende wijs van fitten Het woord fit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
Geluid: fits (hulp, bestand) IPA: / fɪts / (1 lettergreep) fits [zelfstandig naamwoord 1] van Frans fiche pen [4] [zelfstandig naamwoord 2] van Middelnederlands...
gefit (hulp, bestand) ge·fit vervoeging van fitten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt gefit voltooid deelwoord van fitten...
Geluid: fitse (hulp, bestand) fit·se fitse verbogen vorm van de stellende trap van fits fiets, stief, stief-...
fitene verouderde spelling of vorm van fetene tot 2012 (verouderd) bepaalde vorm nominatief meervoud van fit, v...
Geluid: fittende (hulp, bestand) fit·ten·de fittende verbogen vorm van fittend, het onvoltooid deelwoord van fitten Het woord fittende staat in de Woordenlijst...
Geluid: gefitte (hulp, bestand) ge·fit·te gefitte verbogen vorm van gefit, voltooid deelwoord van fitten Het woord 'gefitte' staat niet in de Woordenlijst...