10 Resultaten gevonden voor "fortalecer/".

fortalecer

niet. Aanmaken? for·ta·le·cer fortalecer overgankelijk versterken, verstevigen sterken, stalen fortalecedor, fortalecerse, fortalecimiento, fortaleza,...


fortaleceré

fortaleceré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van fortalecer...


fortalecerse

Aanmaken? for·ta·le·cer·se fortalecerse wederkerend zich versterken, zich verstevigen versterkt worden fortalecedor, fortalecer, fortalecimiento, fortaleza...


fortificar

fortalecedor, fortalecer, fortalecerse, fortalecimiento, fortaleza, fortificación, fortificador, fortificante, fortificarse, fortín, fortísimo [1] fortalecer fortificar...


fortalezca

tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer gebiedende wijs (bevestigend...


fortalecería

fortalecería eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van fortalecer derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van fortalecer...


fortalecía

eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fortalecer derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fortalecer...


fortalece

enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer...


fortaleciera

enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fortalecer aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fortalecer...


fortalezcáis

meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fortalecer...