foutparkeerder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord foutparkeerder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord foutparkeerder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je foutparkeerder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord foutparkeerder is hier. De definitie van het woord foutparkeerder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfoutparkeerder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • fout·par·keer·der
enkelvoud meervoud
naamwoord foutparkeerder foutparkeerders
verkleinwoord

de foutparkeerderm

  1. persoon die zijn auto op een plaats heeft gezet waarop dat verboden is
     De vrouw raakte in paniek toen ze terugkwam en zag dat haar auto met baby en al was verdwenen. Een andere ouder vermoedde dat de auto was weggesleept en bracht de foutparkeerder naar het kantoor van de Parijse sleepdienst. Daar stond inderdaad de wagen, en de baby lag nog steeds achterin te slapen.[2]
     Een 61-jarige man heeft vanochtend in Someren een invalide man in elkaar geslagen toen die hem aansprak op zijn parkeergedrag. Daarna mishandelde de foutparkeerder ook een vrouw.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2023 Weblink bron “Auto met baby weggesleept” (Zaterdag 27 april 2013, 12:36), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2023 Weblink bron “Foutparkeerder slaat invalide man in elkaar in Someren” (Vrijdag 2 oktober 2015, 18:59), NOS