gelagzaal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gelagzaal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gelagzaal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gelagzaal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gelagzaal is hier. De definitie van het woord gelagzaal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangelagzaal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·lag·zaal
enkelvoud meervoud
naamwoord gelagzaal gelagzalen
verkleinwoord gelagzaaltje gelagzaaltjes

de gelagzaalv / m

  1. ruimte in een herberg waar de gasten kunnen eten en drinken
    • De ‘kleine luyden’ werden door Kuyper niet vergeten. Naast een stem in de politiek gaf hij hun ook in 1899 stichtelijke ”meditatien voor het huislijk saamleven”, een bundel waarin de „innigheid en saambindende kracht” van het gezin gesteld werd tegenover „de uithuizigheid, het leven op publiek terrein en het ’s avonds neerzitten in herberg en gelagzaal.” [2] 
    • Hij wijst rond in het chicste restaurant van de stad, een labyrint van gelagzalen met muren van ruw gehouwen steen en wandtapijten in de vorm van de Albanese vlag. [3] 
78 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[4]