Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gemartel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gemartel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gemartel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gemartel is hier. De definitie van het woord
gemartel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gemartel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het gemartel o
- het voortdurend pijnigen van iets of iemand
- Een toezegging dat de gemeente het bankje en bosje op de hoek gaat verwijderen en er een grote invalidenparkeerplaats van gaat maken, zodat Tyler niet meer in zijn rolstoel over straat naar de bus moet rijden, krijgen ze echter niet van de wethouder. Wel worden de grootouders van de jongen met Duchenne en zijn moeder uitgenodigd voor een gesprek op het gemeentehuis. Ze hopen op een snelle oplossing. "Want dat gemartel met dat kind moet over zijn." [2]
- het voortdurend bezig zijn met iets dat heel lastig is
- Zo’n dertig jaar geleden konden ouders met een ziek kind niet veel kiezen. Een kwikthermometer was eigenlijk het enige instrument dat uitsluitsel gaf over de hoogte van de koorts. Maar vooral bij kleinere kinderen was dat vaak een heel gemartel. Voelden ze zich al niet lekker, moesten ze ook nog zo’n naar ding verdragen. [3]
- het voortdurend tobben en piekeren
- "Het gemartel staat me nog vers op het netvlies", blikt brandweerexpert Ynso Suurenbroek terug op de twintig jaar dat hij officier was bij de brandweer in Hengelo. Tientallen keren rukte hij uit om een grote brand te blussen, maar een tekort aan water maakte dat schier onmogelijk. [4]
97 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[5]
|