gemenerik

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gemenerik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gemenerik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gemenerik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gemenerik is hier. De definitie van het woord gemenerik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangemenerik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·me·ne·rik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemenerik gemeneriken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gemenerikm

  1. (pejoratief) een gemeen persoon (soms ironisch)
    • Politieke tegenstanders schilderden hem af als een geslepen gemenerik. 
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be