geouwehoer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geouwehoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geouwehoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geouwehoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geouwehoer is hier. De definitie van het woord geouwehoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeouwehoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·ou·we·hoer
enkelvoud meervoud
naamwoord geouwehoer
verkleinwoord

het geouwehoero

  1. zeurende en klagende onzin
    • Al dat slappe geouwehoer op de TV ben ik helemaal zat. 
97 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]