geplaag
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geplaag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geplaag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geplaag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geplaag is hier. De definitie van het woord geplaag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeplaag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ge·plaag
- Naamwoord van handeling van plagen met het voorvoegsel ge-[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | geplaag | |
| verkleinwoord |
het geplaag o
- het, al of niet goed bedoeld, iemand lastig vallen
- Het meisje had helemaal genoeg van het aanhoudende geplaag van de vervelende jongen.
- Voorheen werden schoolbesturen bezet door ouders die als vrijwilligers die taak op zich namen. Ze werkten er hard voor, mede gemotiveerd door welbegrepen eigenbelang. Een goed bestuurde school was ook goed voor hun eigen kinderen. Ze wisten uit eigen waarneming wat er op de school speelde. Een niet-functionerende leerkracht, een lekkend dak, matig schoongehouden toiletten, een klas waar het geplaag veel op gericht pesten gaat lijken - de bestuurder hoorde er op het schoolplein van en zette het op de agenda. [2]
- Het woord geplaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geplaag" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 15 april 2009
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
