geplogenheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geplogenheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geplogenheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geplogenheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geplogenheid is hier. De definitie van het woord geplogenheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeplogenheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·plo·gen·heid
  • afgeleid van geplogen (van het verl.deelw. van het oorspronkelijke sterke werkwoord plegen (gewoon zijn (te), regelmatig doen) met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord geplogenheid geplogenheden
verkleinwoord - -

de geplogenheidv

  1. (in België) (formeel) datgene wat men pleegt te doen
    • Dit was al vele jaren een geplogenheid. 
9 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]