getreuzel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord getreuzel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord getreuzel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je getreuzel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord getreuzel is hier. De definitie van het woord getreuzel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangetreuzel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·treu·zel
enkelvoud meervoud
naamwoord getreuzel
verkleinwoord

het getreuzelo

  1. het treuzelen, het langzaamaan doen
    • De leraar werd boos om het getreuzel van de leerlingen die zich niet wilden haasten toen het brandalarm afging. 
    • Soms lijkt het wel terugbrengdag in dierenwinkel de Rimboe. Van de week gebeurde het zelfs twee keer binnen een uur. Een Koerdische dame met een mooie blonde coupe en strak in het mantelpak loopt de winkel binnen. Ze heeft een draagmandje bij zich met daarin een wollig beige-roze konijn met enorme afhangende oren. Van het soort ‘Aw....lief!’ dat blijkt te luisteren naar de naam Violetta. Ze zegt dat het niet meer gaat, dat steeds alleen achterlaten. Winkeleigenaar Esdra pakt het beest routineus vast en zet het naast een ander konijn in een glazen hok. Violetta trekt haar neusje op en nestelt zich in het hooi, dicht bij het zwarte medekonijn. „Ik ben altijd weg, van zes tot zes”, zegt de carrièrevrouw. „Zo zielig, ze zit de hele dag opgesloten in m’n appartement. Ze is van mijn dochter maar die kijkt er helemaal niet naar om.” Ze lijkt opgelucht en verdrietig tegelijk als ze na enig getreuzel vertrekt. [2] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]