gibus
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gibus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gibus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gibus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gibus is hier. De definitie van het woord gibus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangibus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- gi·bus
- uit het Frans [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gibus | gibussen |
| verkleinwoord |
de gibus m
- (kleding) cilinderhoed die men kan opvouwen
- Het woord gibus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gibus" herkend door:
| 27 % | van de Nederlanders; |
| 18 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ gibus op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
