gigolo

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gigolo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gigolo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gigolo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gigolo is hier. De definitie van het woord gigolo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangigolo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
gigolo's
  • gi·go·lo
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘betaalde minnaar’ voor het eerst aangetroffen in 1935 [1]
  • otleend aan het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gigolo gigolo's
verkleinwoord

de gigolom [3]

  1. beroepsdanser
  2. door oudere vrouwen onderhouden minnaar
    • Het is een bij vlagen pijnlijk document over wat een ‘bezness’ nou eigenlijk is: een playboyachtige charmeur, tussen gids en gigolo, die Europese vrouwen verleidt en hoopt in ruil kleding, geld en cadeautjes voor hem en zijn familie te krijgen. Maar wat heeft het idee van familiebanden dan nog voor waarde? [4] 
94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]


gigolo m

  1. (spreektaal) gigolo, betaalde minnaar [1]