Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
groeide. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
groeide, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
groeide in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
groeide is hier. De definitie van het woord
groeide zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
groeide, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
groeide
- enkelvoud verleden tijd van groeien
- Ik groeide.
- Jij groeide.
- Hij, zij, het groeide.
- ▸ De dagen daarna sliep ik steeds alleen, en langzaam maar zeker groeide mijn zelfvertrouwen.[1]
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers