Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
haatte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
haatte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
haatte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
haatte is hier. De definitie van het woord
haatte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
haatte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
haatte
- enkelvoud verleden tijd van haten
- Ik haatte.
- Jij haatte.
- Hij, zij, het haatte.
- ▸ Ik haatte dit soort geklauter en was dolblij toen de rotswand weer overging in sneeuw waarin ik stap voor stap nieuwe treden met mijn hiel hakte.[1]
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers