halfkoers

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halfkoers. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halfkoers, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halfkoers in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halfkoers is hier. De definitie van het woord halfkoers zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalfkoers, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • half·koers

halfkoers

  1. halverwege een (wieler)wedstrijd
     Halfkoers was de 23-jarige schaatsster uit Wanneperveen weggesprongen, samen met Jessica Merkens, Maud Wijtkamp, Merel Bosma en Ankie Ytsma. Wijtkamp haakte in de finale als eerste af. Bosma troefde in de strijd om het zilver IJtsma af en kwam vijf seconden na Dedden over de finish.[1]
     Stybar zegeviert in eigen land Bij de mannen greep de Tsjech Zdenek Stybar de wereldtitel. De winnaar van de wereldbeker reed halfkoers weg bij de Belgen Sven Nys en Klaas Vantornout en de Zwitser Christian Heule en bleef weg.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Dedden wint Open NK op de Weissensee” (Zaterdag 28 januari 2017, 12:55), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Vos pakt wereldtitel veldrijden” (Zondag 31 januari 2010, 15:35), NOS