10 Resultaten gevonden voor "haperen/".

haperen

Geluid:  haperen    (hulp, bestand) ha·pe·ren In de betekenis van ‘blijven steken’ voor het eerst aangetroffen in 1351 haperen stokken, niet vooruitgaan...


haper

Geluid:  haper    (hulp, bestand) ha·per haper eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haperen Ik haper.  gebiedende wijs van haperen Haper!  (bij...


haperende

Geluid:  haperende    (hulp, bestand) ha·pe·ren·de haperende verbogen vorm van haperend, het onvoltooid deelwoord van haperen haperende verbogen vorm van...


haperend

Geluid:  haperend    (hulp, bestand) ha·pe·rend haperend onvoltooid deelwoord van haperen Inspannend, ook voor de mevrouw naast me. Haar gebeurt wat ik...


hapering

Geluid:  hapering    (hulp, bestand) ha·pe·ring Naamwoord van handeling van haperen met het achtervoegsel -ing de hapering v mankement Mijn fiets heeft...


haperends

Geluid:  haperends    (hulp, bestand) ha·pe·rends haperends partitief van de stellende trap van haperend Dat is iets haperends... ...


gehaperd

Geluid:  gehaperd    (hulp, bestand) ge·ha·perd vervoeging van haperen: de stam met omvoegsel ge- -d gehaperd voltooid deelwoord van haperen...


haperingen

Geluid:  haperingen    (hulp, bestand) ha·pe·rin·gen de haperingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord hapering...


hapert

tijd van haperen Jij hapert.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haperen Hij hapert.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van haperen Hapert...


håper

hå·per håper tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van håpe Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? IPA: / ˈhoːpəɾ / hå·per håper tegenwoordige...