hausmacher

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hausmacher. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hausmacher, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hausmacher in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hausmacher is hier. De definitie van het woord hausmacher zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhausmacher, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
hausmacher
  • haus·ma·cher
  • uit het Duits [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hausmacher hausmachers
verkleinwoord

de hausmacherm

  1. (voeding) soort grove leverworst
     Van Slagerij Hulshof vielen de droge worst, hausmacher, ovenmandje met spitskool, smeerleverworst bakleverworst en Italiaanse ham in de prijzen.[2]
     Don Arturo laat tevreden een boertje en denkt: het is potdomme net Hausmacher van de Aldi.[3]
  1. hausmacher op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “'Goldrush' voor Tubbergse slagers” (18-09-2012), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Verrotte Vruchten: Don Arturo’s gratis vrouwvriendelijke neukseksspecial voor de Boekenweek” (24/03/ 2017), HP de Tijd