havoër

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord havoër. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord havoër, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je havoër in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord havoër is hier. De definitie van het woord havoër zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhavoër, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vo·er
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van havo met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord havoër havoërs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de havoërm

  1. (onderwijs) scholier die op het havo zit of iemand havo gedaan heeft
Synoniemen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be