hazenoor

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hazenoor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hazenoor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hazenoor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hazenoor is hier. De definitie van het woord hazenoor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhazenoor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ha·zen·oor
enkelvoud meervoud
naamwoord hazenoor hazenoren
verkleinwoord

het hazenooro

  1. de lange oren van een haas
  2. (figuurlijk) afwijkend grote en lange oren
    • De tekeningen geven veel weer van hoe moeilijk het is om te weten wie men is. Want het enorme roze varken met de biggetjes heeft wel hazenoren. En de biggetjes hebben ook hazenoren. [1] 
    • Met hazenoren en een been krom opgegooid lijkt de danser eerder een malle nar dan de goddelijke clown waarvoor hij gehouden wordt. Toch denk ik dat Nijinsky voor dit speelse eigenzinnige beeld meer waardering zou hebben gehad dan voor veel van de bronzen plaquettes waarop hij braaf vereeuwigd is. [2] 
  3. soort plant
    • We plukten eigenlijk alleen grassen, papavers, gladiolen en irissen (vooral avtiá toú lagoú, delicaat-blauwe 'hazenoren') aan het slot van het seizoen, toen de overdaad op het veld gênant werd en het plukken vergeeflijker. [3] 
  4. Otidea leporina op Wikispecies soort paddestoel
84 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]


  1. NRC Marjoleine de Vos 22 juni 2001 Over een haas die big en ook vlo werd
  2. NRC Isabella Lanz 22 december 2000 Een bronstig beest
  3. NRC Henk van Woerden 14 augustus 1999 De diepte van Vathi
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be