10 Resultaten gevonden voor "hechten/".

hechten

Geluid:  hechten    (hulp, bestand) hech·ten In de betekenis van ‘bevestigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 hechten overgankelijk (medisch)...


hechtte

Geluid:  hechtte    (hulp, bestand) hecht·te hechtte enkelvoud verleden tijd van hechten Ik hechtte.  Jij hechtte.  Hij, zij, het hechtte. ...


hechtten

Geluid:  hechtten    (hulp, bestand) hecht·ten hechtten meervoud verleden tijd van hechten Wij hechtten.  Jullie hechtten.  Zij hechtten. ...


hechte

Geluid:  hechte    (hulp, bestand) hech·te hechte verbogen vorm van de stellende trap van hecht hechte aanvoegende wijs van hechten...


hecht

scheiden De hechte verbinding die deze lijm verleent maakt het gebruik ervan erg aantrekkelijk.  hecht enkelvoud tegenwoordige tijd van hechten gebiedende...


hechten aan

Geluid:  hechten aan    (hulp, bestand) IPA: / ˈhɛxtə(n) ˈan / (3 lettergrepen) hech·ten aan uit hechten (werkwoord) en aan (bijwoord), hiertussen kunnen...


hechten af

Geluid:  hechten af    (hulp, bestand) hech·ten af uit hechten (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan hechten af meervoud tegenwoordige...


hechten vast

Geluid:  hechten vast    (hulp, bestand) hech·ten vast uit hechten (werkwoord) en vast, hiertussen kunnen nog andere woorden staan hechten (...) vast...


hechten aaneen

Geluid:  hechten aaneen    (hulp, bestand) IPA: / ˈhɛxtə(n) anˈen / (4 lettergrepen) hech·ten aan·een uit hechten (werkwoord) en aaneen (bijwoord), hiertussen...


hechtte aan

Geluid:  hechtte aan    (hulp, bestand) hecht·te aan uit hechtte (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan hechtte aan enkelvoud verleden...