De herkomst van het woord hennep is onderwerp van veel studie omdat vormen ervan in veel Indo-Europese talen en ook heel wat naburige talen zijn terug te vinden. Het onderstaande overzicht is lang niet volledig.
In sommige talen komen zeer verschillende vormen van het woord voor: deze zijn van een nummer voorzien; nauw verwante vormen staan gescheiden door een komma achter elkaar. Geprobeerd is om woorden zoveel mogelijk zowel in de correcte spelling te vermelden als met een transcriptie tussen haakjes als de taal met een niet-Latijns alfabet wordt geschreven.
De Griekse schrijver Herodotus van Halicarnassus (ca. 485-425) beschrijft in zijn Historiën Boek IV 74-75 dat de Scythen een gewas gebruiken voor weefsels en als roesmiddel met een naam die hij weergeeft als κάνναβις (kánnabis). Dit is de oudste beschrijving van hennip.
Het woord is pas later terug te vinden in Mesopotamië in Laat-Assyrische kleitabletten en in het Akkadisch qunnabu genoemd.
De veronderstelling dat het nog oudere Sumerisch kunibu ook hennip betekende, lijkt niet houdbaar. Het woord komt voor in verschillende Semitische talen, maar die kunnen aan het Oudgrieks of Assyrisch ontleend zijn.
In enkele talen in het vroegere gebied van de Scythen bestaan vormen van het woord waarin de b-klank aan het eind niet meer voorkomt.
Dat is ook het geval bij een van de twee vormen in het Sanskriet en het Hindi, waarbij ook satemisatie is opgetreden waarbij de k- in sj-klank veranderde.
Bij sommige talen met een Centraal-Aziatische herkomst is in plaats van de b-klank -der toegevoegd.
In het gebied van de Kaukasus en Perzië werd de b soms een p of een f.
In Perzische talen bestaat de vorm die op b eindigt naast een vorm waarin de klanken in omgekeerde volgorde staan; die laatste vorm komt ook voor in het Sanskriet en Hindi. De omgekering zou verband kunnen houden met het ritueel gebruik als geestverruimend middel.
De ontwikkeling van het Oudgrieks naar het Nieuwgrieks, het Latijn, de Romaanse talen en talen die het woord daar weer aan ontleenden vertoont allerlei varianten.
Bij het Albanees, de Baltische talen en enkele Finse talen die het woord daar weer aan ontleenden is de b- klank een p geworden.
Karakteristiek voor het woord in de Slavische talen is dat de klinkers o-klanken zijn geworden.
Het is opvallend dat in de Germaanse talen de k-klank aan het begin een h-klank is geworden. Taalkundigen gaan er vanuit dat die wijziging in het Germaans rond 500 voor Christus zijn beslag had gekregen, zodat hieruit valt af te leiden dat het woord al voor dit tijd ontleend is: dus vermoedelijk niet via de Romeinen of Grieken maar rechtstreeks van de Scythen. Opvallend is dat het Fins zelf het woord aan het Zweeds heeft ontleend.