Geluid: heupwiegends (hulp, bestand) heup·wie·gends heupwiegends partitief van de stellende trap van heupwiegend Dat is iets heupwiegends... ...
Geluid: heupwieg (hulp, bestand) heup·wieg heupwieg eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heupwiegen Ik heupwieg. gebiedende wijs van heupwiegen...
Geluid: heupwiegende (hulp, bestand) heup·wie·gen·de heupwiegende verbogen vorm van heupwiegend, het onvoltooid deelwoord van heupwiegen heupwiegende verbogen...
Geluid: heupwiegend (hulp, bestand) heup·wie·gend heupwiegend onvoltooid deelwoord van heupwiegen heupwiegend bezig zijnd met het ritmisch bewegen...
Geluid: heupwiegen (hulp, bestand) heup·wie·gen samenstelling van heup en wiegen heupwiegen manier van lopen, m.n. van een vrouw, waarbij de heupen...
Geluid: geheupwiegd (hulp, bestand) ge·heup·wiegd vervoeging van heupwiegen: de stam met omvoegsel ge- -d geheupwiegd voltooid deelwoord van heupwiegen...
enkelvoud tegenwoordige tijd van heupwiegen Jij heupwiegt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heupwiegen Hij heupwiegt. (verouderd) gebiedende...
heupwiegde (hulp, bestand) heup·wieg·de heupwiegde enkelvoud verleden tijd van heupwiegen Ik heupwiegde. Jij heupwiegde. Hij, zij, het heupwiegde. ...
heupwiegden (hulp, bestand) heup·wieg·den heupwiegden meervoud verleden tijd van heupwiegen Wij heupwiegden. Jullie heupwiegden. Zij heupwiegden. ...
Geluid: heupwiegendste (hulp, bestand) heup·wie·gend·ste heupwiegendste verbogen vorm van de overtreffende trap van heupwiegend...