hoofdhuurder
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hoofdhuurder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hoofdhuurder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hoofdhuurder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hoofdhuurder is hier. De definitie van het woord hoofdhuurder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhoofdhuurder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoofd·huur·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd zn en huurder zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hoofdhuurder | hoofdhuurders |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hoofdhuurder m
- de belangrijkste huurder (van een woning)
- ▸ Uiteindelijk, voordat de etage in de Nepveustraat weer werd overgedragen aan de sjoemelaar die de hoofdhuurder was, vond iemand Tonio's horloge boven op het muurtje dat de douche van de we scheidde. De beugelsluiting van de armband bleek kapot.
- ▸ Voor 210.000 forint per dag, zo'n 700 euro, krijgt de huurder zeven gasthuizen met in totaal 39 slaapplaatsen, vier straten, een bushalte, een kippenren, twee koeien, drie schapen en vier hectare akkerland. Daarnaast mag de hoofdhuurder zich tijdelijk loco-burgemeester noemen van achttien inwoners.
Gangbaarheid
- Het woord hoofdhuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij
, ISBN 9789023467014
- ↑
Weblink bron “Hongaars dorpje te huur als vakantieadres” (25-02-2015), NOS
