Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
hotelgast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
hotelgast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
hotelgast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
hotelgast is hier. De definitie van het woord
hotelgast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
hotelgast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de hotelgast m
- iemand die in een hotel overnacht
- Wat wel vaststaat, is dat de hotelgasten straks bij La Place-restaurants terecht kunnen. Die horecaformule, sinds een jaar eigendom van supermarktbedrijf Jumbo, zal het ontbijt en diner in de hotels gaan verzorgen. Dat is onderdeel van de afwikkeling van de Autogrill-deal, waarbij Gr8 Investments alle achttien AC-restaurants doorverkocht aan La Place. [2]
- ▸ Toch ziet Van der Leij ook een kleine keerzijde. "Andere jaren heb ik ook veel gasten die in de bouw werken. Die slapen niet alleen hier, maar eten en drinken hier ook. De hotelgasten van nu gaan vooral in de stad eten. Dus ik heb wel meer klandizie, maar aan het restaurant- en cafégedeelte verdien ik minder."[3]
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[4]
|