ijsgroei
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ijsgroei. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ijsgroei, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ijsgroei in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ijsgroei is hier. De definitie van het woord ijsgroei zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanijsgroei, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ijs·groei
- samenstelling van ijs zn en groei zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ijsgroei | |
| verkleinwoord |
de ijsgroei m
- het dikker worden van een ijslaag bij temperaturen die lager dan het vriespunt zijn
- De bewolking in de nacht van zondag op maandag zorgde voor te weinig ijsgroei en lichte sneeuwval nekte Haaksbergen, zegt hij, 'terwijl Noordlaren de extra millimeters wel kon maken'. [1]
- Vrijwilligers van de IJsclub Losser zijn dinsdag de hele dag in de weer om de ijsbaan van sneeuw te ontdoen. Door de sneeuw is de ijsgroei te minimaal om te kunnen schaatsen. [2]
- Het woord ijsgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsgroei" herkend door:
| 93 % | van de Nederlanders; |
| 71 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia 14 jan. 2013 Marathon op natuurijs in Noordlaren
- ↑ Tubantia 15-01-13 Race tegen de klok en gevecht tegen de sneeuw
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
