Geluid: indijkend (hulp, bestand) in·dij·kend indijkend onvoltooid deelwoord van indijken...
Geluid: indijk (hulp, bestand) in·dijk indijk (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indijken ... dat ik indijk. Zie Wikipedia...
Geluid: indijkende (hulp, bestand) in·dij·ken·de indijkende verbogen vorm van indijkend, het onvoltooid deelwoord van indijken Het woord 'indijkende' staat...
Geluid: indijken (hulp, bestand) in·dij·ken samenstelling van in en dijken indijken (waterbeheer) een gebied of een water met een dijk omgeven...
Geluid: indijking (hulp, bestand) in·dij·king Naamwoord van handeling van indijken met het achtervoegsel -ing de indijking v stuk land dat is omgeven...
Geluid: indijkingen (hulp, bestand) in·dij·kin·gen de indijkingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord indijking...
in·ge·dijkt vervoeging van indijken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van in en gedijkt ww ingedijkt voltooid deelwoord van indijken...
tijd van indijken Ik dijk in. gebiedende wijs van indijken Dijk in! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indijken Dijk je in...
van indijken Jij dijkt in. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indijken Hij dijkt in. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van indijken Dijkt...
enkelvoud tegenwoordige tijd van indijken ... dat jij indijkt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indijken ... dat hij indijkt. ...