10 Resultaten gevonden voor "inreizen/".

inreizen

Geluid:  inreizen    (hulp, bestand) in·rei·zen samenstelling van  in  en  reizen  inreizen een gebied door te reizen binnenkomen inreiscontrole, inreisvisum...


inreizend

Geluid:  inreizend    (hulp, bestand) in·rei·zend inreizend onvoltooid deelwoord van inreizen...


inreizende

Geluid:  inreizende    (hulp, bestand) in·rei·zen·de inreizende verbogen vorm van inreizend, het onvoltooid deelwoord van inreizen Het woord 'inreizende' staat...


ingereisd

in·ge·reisd vervoeging van inreizen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  in  en  gereisd ww  ingereisd voltooid deelwoord van inreizen...


reis in

tijd van inreizen Ik reis in.  gebiedende wijs van inreizen Reis in!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen Reis je in...


inreist

enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen ... dat jij inreist.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen ... dat hij inreist. ...


reist in

van inreizen Jij reist in.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen Hij reist in.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inreizen Reist...


inreisde

bestand) in·reis·de inreisde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inreizen ... dat ik inreisde.  ... dat jij inreisde.  ... dat hij, zij, het inreisde...


inreisden

bestand) in·reis·den inreisden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inreizen ...dat wij inreisden.  ...dat jullie inreisden.  ...dat zij inreisden. ...


inreis

inreis (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen ... dat ik inreis.  Het woord inreis staat in de Woordenlijst Nederlandse...