10 Resultaten gevonden voor "inrijden/".

inrijden

Geluid:  inrijden    (hulp, bestand) in·rij·den samenstelling van  in  en  rijden  inrijden overgankelijk rijdend ingaan, binnenkomen Veel weggebruikers...


inrijdend

Geluid:  inrijdend    (hulp, bestand) in·rij·dend inrijdend onvoltooid deelwoord van inrijden...


inrijd

Geluid:  inrijd    (hulp, bestand) in·rijd inrijd (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden ... dat ik inrijd. ...


inrijdende

Geluid:  inrijdende    (hulp, bestand) in·rij·den·de inrijdende verbogen vorm van inrijdend, het onvoltooid deelwoord van inrijden attributief gebruikt...


ingereden

in·ge·re·den vervoeging van inrijden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  in  en  gereden ww  ingereden voltooid deelwoord van inrijden...


rij in

tijd van inrijden Ik rij in.  gebiedende wijs van inrijden Rij in!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden Rij je in...


inrijdt

enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden ... dat jij inrijdt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden ... dat hij inrijdt. ...


rijd in

tijd van inrijden Ik rijd in.  gebiedende wijs van inrijden Rijd in!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden Rijd je in...


rijdt in

van inrijden Jij rijdt in.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden Hij rijdt in.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inrijden Rijdt...


inreed

 inreed    (hulp, bestand) in·reed inreed (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inrijden ... dat ik inreed.  ... dat jij inreed.  ... dat hij, zij, het inreed. ...