inwoneraantal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inwoneraantal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inwoneraantal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inwoneraantal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inwoneraantal is hier. De definitie van het woord inwoneraantal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninwoneraantal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·wo·ner·aan·tal
enkelvoud meervoud
naamwoord inwoneraantal inwoneraantallen
verkleinwoord

het inwoneraantalo

  1. (aardrijkskunde) aantal personen dat ergens woont
     Na 1870 komt de trek van het platteland naar de grote stad op gang. Steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag verdubbelen in inwoneraantal. Net als Breitner en Israëls schilderen Willem de Zwart, Jacobus van Looy en Willem Witsen die nieuwe stad. Mannen bij heimachines stampen de ene na de andere woonwijk uit de grond. Of vinden werk in de havens. Er is armoede en welvaart.[1]
     42 procent van de ondervraagden accepteert een azc in hun eigen gemeente sowieso; 29 procent verbindt daaraan wel voorwaarden. Die laatste groep vindt bijvoorbeeld dat het aantal asielzoekers in verhouding moet zijn met het inwoneraantal van hun stad of dorp. 21 procent is hoe dan ook tegen de komst van een azc.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “In de 19e eeuw ontstond de nieuwe stad waar het leven nooit stilstaat” (Donderdag 13 april 2017, 10:16), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “71% Nederlanders vindt azc in gemeente acceptabel” (Zaterdag 19 december 2015, 04:18), NOS