iriscopist

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord iriscopist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord iriscopist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je iriscopist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord iriscopist is hier. De definitie van het woord iriscopist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaniriscopist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
irissectoren van belang voor de iriscopist
  • iri·sco·pist
enkelvoud meervoud
naamwoord iriscopist iriscopisten
verkleinwoord

de iriscopistm

  1. (beroep) (medisch) iemand die totale gezondheid van een patiënt kan aflezen aan zijn regenboogvlies in het oog, het is een niet wettelijk erkende genezer
    • Iedereen wil bijzonder zijn. Volgens Theresa is ieder mens paranormaal begaafd. Ik ben helderziend, mijn echtgenote is iriscopist en ome Dirk gebedsgenezer. Alleen weten we dat zelf nog niet. We moeten onze gaven nog ontdekken, zogezegd.[2] 
    • De Rotterdamse promovendus Kamran Ikram wil niet als een variant van de iriscopist door het leven gaan. Zo van: ik kijk in je ogen en voorspel of je dement wordt of suikerziekte krijgt.'Nee, nee, zo gaat dat niet', zegt hij snel. 'De aderen in het oog waarik naar kijk, zijn te klein om met het blote oog iets te kunnen waarnemen.Daarvoor is gespecialiseerde apparatuur nodig.' I [3] 
  1. iriscopist op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC 18 september 2007
  3. Volkskrant 10 september 2005