jachtgezelschap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jachtgezelschap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jachtgezelschap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jachtgezelschap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jachtgezelschap is hier. De definitie van het woord jachtgezelschap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjachtgezelschap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
jachtgezelschap
  • jacht·ge·zel·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtgezelschap jachtgezelschappen
verkleinwoord

het jachtgezelschapo

  1. groep jagers en alle mensen, paarden en honden die daarbij horen
     De jager uit Twente maakte deel uit van een jachtgezelschap dat begin 2019 in de buurt van Berlijn bezig was met een drijfjacht.[2]
     Jankend en blaffend rennen ze vanaf Erve Brooks in westelijke richting het veld in. De meute jachthonden van de Koninklijke Nederlandse Jachtvereniging (KNJV) is door het dolle heen als de honden het spoor ontdekken van de urine doordrenkte slip die het jachtgezelschap vooruit is gegaan.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron “Jager Overijssel vrijgesproken van doodschieten wolf in Duitsland” (21-06-2021), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron
    André Scheffers
    “‘Gelster’ slipjacht blijft bijzonder tafereel” (15-12-2019), Tubantia