karbonkel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord karbonkel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord karbonkel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je karbonkel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord karbonkel is hier. De definitie van het woord karbonkel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankarbonkel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kar·bon·kel
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘een edelgesteente’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • soort steenpuist [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord karbonkel karbonkels
karbonkelen
verkleinwoord karbonkeltje karbonkeltjes

de karbonkelm [3]

  1. ernstige huidinfectie
    • Joop Zoetemelk spreidde ooit zijn dijen op een hotelkamer opdat het vaderlands journaille de karbonkel met eigen ogen kon aanschouwen - en bezingen. Tom zou zoiets nooit doen. Hij zou het een weinig smaakvolle exhibitie vinden. Het zitvlak van de coureur is overigens een weelderig en nog lang niet uitgespit onderzoeksgebied - ik spreek uit ervaring. [4] 
  2. robijnachtige edelsteen
    • Wat voor de Angolees Mauro Manuel niet kon, was geen probleem voor de Braziliaan Douglas. Terwijl ze toch allebei voetballers zijn, zij het niet op hetzelfde niveau. En de bal is rond voor iedereen. Hun ogen als karbonkels zijn ook perfect inwisselbaar. Maar kennelijk wordt het soortelijke gewicht voor de samenleving van een snoeiharde libero hoger aangeslagen dan dat van een lieve, dromerige jongen die met twee woorden spreekt en zijn best doet op school. [5] 
77 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[6]