klerelijer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klerelijer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klerelijer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klerelijer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klerelijer is hier. De definitie van het woord klerelijer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklerelijer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·re·lij·er
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ellendeling’ voor het eerst aangetroffen in 1955
  • samenstelling van klere = kolere = cholera en lijder
enkelvoud meervoud
naamwoord klerelijer klerelijers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klerelijerm

  1. (pejoratief) vervelend, hinderlijk persoon aan wie je een hekel hebt
    • Die klerelijers van de politie hebben mij alweer een boete gegeven. 
Synoniemen
  1. klootzak, rotvent, kloothommel, schoft, smeerlap, lul

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.

Verwijzingen