Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
koeboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
koeboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
koeboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
koeboer is hier. De definitie van het woord
koeboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
koeboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de koeboer m
- (beroep) veehouder die koeien houdt
- ▸ Toen een grote, blonde Amerikaanse kaas- en koeboer met de naam Brandstra trots vertelde over zijn Hollandse roots, vreesde Lips even de conclusie dat er sinds Kuypers' reis toch zo heerlijk weinig veranderd was in het plaatsje, maar dat bleek gelukkig voorbarig.[2]
- ▸ Als je hem gepassioneerd over zijn erf en over zijn dieren hoort praten, lijkt koeboer Jose perfect gelukkig. Al mist hij wel een vrouw aan zijn zijde. Waar hij maar één ding van verlangt: dat ze zijn passievoor de boerderij en voor de koeien deelt.[3]
43 % |
van de Nederlanders;
|
68 % |
van de Vlamingen.[4]
|