koopkrachtdaling

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koopkrachtdaling. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koopkrachtdaling, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koopkrachtdaling in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koopkrachtdaling is hier. De definitie van het woord koopkrachtdaling zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoopkrachtdaling, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koop·kracht·da·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord koopkrachtdaling koopkrachtdalingen
verkleinwoord

de koopkrachtdalingv

  1. vermindering van de hoeveelheid goederen of diensten die men voor het ontvangen inkomen kan verwerven
     Vooral (vervroegd) gepensioneerden en ouders met kinderen in de kinderopvang gaan er fors op achteruit (.pdf). De koopkrachtdaling kan oplopen tot 7,7 procent, maar blijft voor de meeste groepen beperkt tot zo'n 2 procent of minder.[1]
     Crisis, koopkrachtdaling? Daar was vrijdag in Amerika weinig van te merken. Want het was Black Friday... de dag na Thanksgiving en dé shopdag van het jaar. In Washington kijken ze met veel belangstelling mee.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 31 december 2022 Weblink bron “Bijna iedereen minder koopkracht” (Woensdag 16 januari 2013, 19:36), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 december 2022 Weblink bron “Crisis? Niet op Black Friday” (Zaterdag 26 november 2011, 09:28), NOS