Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kroop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kroop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kroop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kroop is hier. De definitie van het woord
kroop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kroop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
kroop
- enkelvoud verleden tijd van kruipen
- Ik kroop.
- Jij kroop.
- Hij, zij, het kroop.
- ▸ Gespannen rende ik naar de enige beschutte plek op de bergtop, een kleine berghut. Daar kroop ik, nog in de greep van de angst, mijn slaapzak in en rolde mezelf tot een kleine bal.[1]
93 % |
van de Nederlanders;
|
85 % |
van de Vlamingen.[2]
|