laagseizoen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord laagseizoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord laagseizoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je laagseizoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord laagseizoen is hier. De definitie van het woord laagseizoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlaagseizoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • laag·sei·zoen
enkelvoud meervoud
naamwoord laagseizoen laagseizoenen
verkleinwoord laagseizoentje laagseizoentjes

het laagseizoeno

  1. is de periode buiten het hoogseizoen
    • De herst en de winter zijn het laagseizoen voor badplaatsen. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be