laatbloeier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord laatbloeier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord laatbloeier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je laatbloeier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord laatbloeier is hier. De definitie van het woord laatbloeier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlaatbloeier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • laat·bloei·er
enkelvoud meervoud
naamwoord laatbloeier laatbloeiers
verkleinwoord laatbloeiertje laatbloeiertjes

de laatbloeierm

  1. (figuurlijk) iets of iemand die pas na geruime tijd zijn kwaliteiten laat zien
    • Hoewel hij op school zeker geen heel erg goede leerling was heeft hij als laatbloeier, tot ieders verrassing, toch de Nobelprijs gewonnen. 
    • Je zou Marianne Maandonks een laatbloeier kunnen noemen. De Eindhovense Maandonks 90, traint drie of vier keer per week en rijgt de titels (medailles bewaart ze in een schoenendoos) en de records aaneen: 2,37 minuut op de 100 meter vrije slag bijvoorbeeld – dat doet geen generatiegenoot haar na. [1] 
  2. een plant waarvan de bloemen pas laat in het seizoen bloeien
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Arjen Fortuin 20 januari 2017
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be