10 Resultaten gevonden voor "lag/".

lag

[A]Geluid:  lag    (hulp, bestand) IPA: / lɑx / (1 lettergreep) (Noord-Nederland): /lɑχ/ (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /lɑx/ [B] IPA: / lɑɡ / (1 lettergreep)...


låg

låg låg verleden tijd van ligga låg med låg over låg verleden tijd van ligge låg med låg over låg verleden tijd van liggja låg med låg over låg verleden...


lag bij

Geluid:  lag bij    (hulp, bestand) lag bij lag bij enkelvoud verleden tijd van bijliggen Ik lag bij.  Jij lag bij.  Hij, zij, het lag bij. ...


lag over

Geluid:  lag over    (hulp, bestand) lag over lag over enkelvoud verleden tijd van overliggen Ik lag over.  Jij lag over.  Hij, zij, het lag over. ...


lag om

Geluid:  lag om    (hulp, bestand) lag om uit lag (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan lag (...) om enkelvoud verleden tijd van...


lag door

Geluid:  lag door    (hulp, bestand) lag door uit lag (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan lag (...) door enkelvoud verleden...


lag onder

Geluid:  lag onder    (hulp, bestand) lag on·der uit lag (werkwoord) en onder, hiertussen kunnen nog andere woorden staan lag (...) onder enkelvoud verleden...


lag aan

Geluid:  lag aan    (hulp, bestand) lag aan uit lag (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan lag aan enkelvoud verleden tijd van...


lag voor

woorden staan lag (…) voor enkelvoud verleden tijd van voorliggen Ik lag voor.  Jij lag voor.  Hij, zij, het lag voor.  Het woord lag voor staat in de...


lag los

Geluid:  lag los    (hulp, bestand) lag los lag los enkelvoud verleden tijd van losliggen Ik lag los.  Jij lag los.  Hij, zij, het lag los. ...