lantaarnopsteker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lantaarnopsteker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lantaarnopsteker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lantaarnopsteker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lantaarnopsteker is hier. De definitie van het woord lantaarnopsteker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlantaarnopsteker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • lan·taarn·op·ste·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord lantaarnopsteker lantaarnopstekers
verkleinwoord

de lantaarnopstekerm [1]

  1. (beroep) (verouderd) persoon die straatlantarens aansteekt
     Er kwam een lantaarnopsteker aan, want telkens pifte een lichtje op in de lange rij lantaarns voor hem.[2]
     Voordat er elektrische lantaarnpalen waren, brandden deze op gas of olie. En dat moest natuurlijk wel door iemand worden aangestoken. Dit klusje was vroeger voor de lantaarnopsteker. Toen de lantaarnpalen eenmaal overgingen van gaslicht op elektriciteit, is de lantaarnopsteker zijn baan kwijtgeraakt.[3]
  2. iets waarmee men straatlantarens kan aansteken
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Kees de jongen” op Wikipedia (1923), C.A.J. van Dishoeck op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 2024-05-2015 Weblink bron
    Robin van Rossum
    “Bijna niet meer voor te stellen: dit hadden we vroeger in Zwolle” (28-05-2023), Tubantia