loofbos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord loofbos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord loofbos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je loofbos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord loofbos is hier. De definitie van het woord loofbos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanloofbos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • loof·bos
enkelvoud meervoud
naamwoord loofbos loofbossen
verkleinwoord loofbosje loofbosjes

het loofboso

  1. (biologie) een bos waarin bomen en struiken 's winters hun bladeren verliezen
    • Op gematigde breedten komen voornamelijk loofbossen voor. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be