loofhout

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord loofhout. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord loofhout, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je loofhout in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord loofhout is hier. De definitie van het woord loofhout zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanloofhout, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • loof·hout
enkelvoud meervoud
naamwoord loofhout -
verkleinwoord loofhoutje loofhoutjes

het loofhouto

  1. (biologie) loofbomen
  2. hout van loofbomen
93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be