marmotear/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord marmotear/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord marmotear/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je marmotear/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord marmotear/vervoeging is hier. De definitie van het woord marmotear/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmarmotear/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van het Spaanse werkwoord marmotear
Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio)
marmotear marmoteado marmoteando
Aantonende wijs (modo indicativo)
presente pretérito imperfecto pretérito indefinido futuro condicional
yo marmoteo yo marmoteaba yo marmoteé yo marmotearé yo marmotearía
tu marmoteas tu marmoteabas tu marmoteaste tu marmotearás tu marmotearías
él, ella, usted marmotea él, ella, usted marmoteaba él, ella, usted marmoteó él, ella, usted marmoteará él, ella, usted marmotearía
nosotros, nosotras marmoteamos nosotros, nosotras marmoteábamos nosotros, nosotras marmoteamos nosotros, nosotras marmotearemos nosotros, nosotras marmotearíamos
vosotros, vosotras marmoteáis vosotros, vosotras marmoteabais vosotros, vosotras marmoteasteis vosotros, vosotras marmotearéis vosotros, vosotras marmotearíais
ellos, ellas, ustedes marmotean ellos, ellas, ustedes marmoteaban ellos, ellas, ustedes marmotearon ellos, ellas, ustedes marmotearán ellos, ellas, ustedes marmotearían
Aanvoegende wijs (modo subjuntivo) Gebiedende wijs (modo imperativo)
presente pretérito imperfecto futuro bevestigend ontkennend
yo marmotee yo marmoteara marmotease yo marmoteare — — —
tú marmotees tú marmotearas marmoteases tú marmoteares tú marmotea no marmotees
él, ella, usted marmotee él, ella, usted marmoteara marmotease él, ella, usted marmoteare él, ella, usted marmotee no marmotee
nosotros, nosotras marmoteemos nosotros, nosotras marmoteáramos marmoteásemos nosotros, nosotras marmoteáremos nosotros, nosotras marmoteemos no marmoteemos
vosotros, vosotras marmoteéis vosotros, vosotras marmotearais marmoteaseis vosotros, vosotras marmoteareis vosotros, vosotras marmotead no marmoteéis
ellos, ellas, ustedes marmoteen ellos, ellas, ustedes marmotearan marmoteasen ellos, ellas, ustedes marmotearen ellos, ellas, ustedes marmoteen no marmoteen
Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot