menigerlei

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord menigerlei. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord menigerlei, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je menigerlei in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord menigerlei is hier. De definitie van het woord menigerlei zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmenigerlei, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • me·ni·ger·lei
  • Afkomstig van het Middelnederlandse woord leie (= wijze, manier) met het achtervoegsel -lei
stellend
onverbogen menigerlei
verbogen (alleen
predicaat)

menigerlei

  1. op veel verschillende manieren
    • Ik wenste wel dat ik meer gezwegen had, en dat ik niet onder mensen geweest was. Maar hoe komt het dat wij zo gaarne met elkaar spreken en praten, terwijl wij toch zelden, zonder letsel voor ons geweten, weer tot zwijgen terugkeren? Daarom spreken wij zo gaarne, omdat wij in ons onderhoud over en weer troost zoeken, en het hart wensen op te beuren, dat vermoeid is door menigerlei gedachten. [1] 
    • Verblijdt u in de Heere te allen tijde; wederom zeg ik: verblijdt u (Filippenzen 4:4). In Wie gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen (1 Petrus 1:6). [2] 
56 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]
  1. Reformatorisch Dagblad Thomas a Kempis 17-11-2016 Goede gesprekken
  2. Reformatorisch Dagblad Gisbertus Voetius 26-02-2019 Gods verberging
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be