ministerschap
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ministerschap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ministerschap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ministerschap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ministerschap is hier. De definitie van het woord ministerschap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanministerschap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- mi·nis·ter·schap
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ministerschap | ministerschappen |
| verkleinwoord | ministerschapje | ministerschapjes |
het ministerschap o
- het minister zijn; het functioneren als minister
- ▸ Het ministerschap, aansluitend op zijn burgemeesterstijd, kende in 2000 een ongelukkig einde toen hij moest vertrekken vanwege declaraties uit zijn periode in Rotterdam. De affaire zou bovendien een lange nasleep hebben.[2]
- Het woord ministerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Bram Peper (82) overleden, 'Er zal altijd een Rotterdam voor en na zijn tijd zijn'” (Zaterdag 20 augustus 2022), NOS
